Een opslagplaats van rijke historie

Historie van het Arsenaal

Historie Arsenaal Delft

Elke steen vertelt zijn eigen verhaal en door ieder venster kijk je naar een ander verleden. Dit schiereiland tussen het water van de Oude en Nieuwe Delft herbergt historie. Je voelt nog de handelsgeest en ruikt de specerijen uit ‘de Oost’. Elke stap in dit herontdekte icoon neemt je mee door de tijd en iedere pas brengt je dichter naar de oorsprong van Delft…

De oorsprong van het Arsenaal

Het Arsenaal is een icoon van Delft en een essentieel onderdeel van het stadsgezicht. Het letterlijk schilderachtige en ‘Vermeriaanse’ complex heeft een hoge (cultuur)historische waarde en is niet voor niets uitgeroepen tot Rijksmonument. Door de eeuwen heen kenden de gebouwen talloze bestemmingen, bewoners en bezoekers.

Dat het Arsenaal juist in Delft staat, is geen toeval. In de zestiende eeuw behoort Delft tot een van de grootste en machtigste steden van Holland. De stad bloeit, mede dankzij haar ligging aan belangrijke waterwegen en de opkomst van handel en nijverheid. In 1601 wordt er op de zuidpunt van het schiereiland, in opdracht van de Staten van Holland en West-Friesland, een wapenopslag gebouwd. Dit robuuste gebouw, bedoeld voor de opslag van wapens en munitie, vormt het fundament voor de naam die het hotel vandaag de dag nog altijd draagt: het Arsenaal.

Kijk uit de ramen en stel je voor dat Vermeer je aanstaart…

Het Arsenaal

Een opslagplaats voor kanonnen, vuurwapens, kogels en ander wapentuig

Het Arsenaal

De stadstimmerwerf, een hofje voor alleenstaande vrouwen en een grote brouwerij… Halverwege het vorige millennium gebeurde er al van alles aan de zuidelijke kant van het ‘schiereiland’. Toch wordt er pas écht geschiedenis geschreven in 1601, wanneer op de zuidpunt  in opdracht van de Staten van Holland en West-Friesland een wapenopslag verrijst. Het Arsenaal herbergt vanaf het begin van de 17e eeuw talloze kanonnen, vuurwapens, kogels en ander wapentuig. Delft vervult in die tijd een strategische rol binnen de militaire verdediging van Holland en het Arsenaal is hierin een onmisbare schakel.

Door de jaren heen groeit het complex uit zijn voegen. Om aan de toenemende behoefte aan opslagruimte en bewaking te voldoen, worden er diverse uitbreidingen gerealiseerd: een wachthuis in 1660, gevolgd door het imposante Armamentarium en bijbehorende magazijnen in 1692. De laatste grote uitbreiding vindt plaats in 1802, wanneer ook het voormalige Oost-Indisch pakhuis wordt toegevoegd aan het complex. Deze verbinding met de VOC onderstreept de historische verwevenheid van Delft met de internationale handel.

In de loop van de 19e eeuw verandert de militaire functie van het Arsenaal. In 1897 wordt besloten de artillerie-inrichtingen in Delft te verplaatsen naar een nieuw terrein bij de Hembrug in Amsterdam. Daarmee verliest het Arsenaal tegen 1900 zijn eeuwenoude kernfunctie als centrum voor wapens en munitie en breekt er een nieuwe periode aan voor dit historische gebouw.

Oost-Indisch pakhuis

Een pakhuis voor specerijen, katoen, koffie, thee en porselein

Oost-Indisch pakhuis

We schrijven 1 oktober 1601 als twaalf Delftse kooplieden en ondernemers een schip huren om een handelsexpeditie naar Azië op te zetten. Schipper Adriaen Corneliszoon Haai uit Delfshaven verhuurt zijn schip De Haai voor een enkele reis naar de Oost. Kort daarna, onder druk van de Staten-Generaal, fuseren de verschillende Hollandse en Zeeuwse compagnieën tot de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De Haai wordt omgedoopt tot Eendracht en de geboorte van Delft als VOC-stad is een feit.

Tegenover het kantoor, woonhuis en pakhuis van de Kamer Delft — het Oost-Indisch Huis — koopt de VOC in 1649 een groot pakhuis. Hier worden goederen als specerijen, katoen, koffie, thee en Chinees porselein opgeslagen en verhandeld. De import van Chinees porselein inspireert uiteindelijk tot de ontwikkeling van het wereldberoemde Delfts Blauw. De VOC groeit snel en laat in 1653 nog een extra pakhuis bouwen op de Geer om de stroom aan handelswaren te verwerken. Nadat de VOC in 1799 wordt opgeheven, worden deze pakhuizen samengevoegd met het complex van het Armamentarium. In 1802 wordt het voormalige Oost-Indisch pakhuis officieel toegevoegd aan het Arsenaal.

Tuighuis

Een nieuwe bestemming als gevangenis

Tuighuis

Het Armamentarium in Delft dateert uit 1602 en heeft sindsdien vele functies en namen gehad. Oorspronkelijk werd het complex gebouwd als arsenaal: een opslagplaats voor wapens en oorlogstuig van de stad Delft. Hieraan dankt het gebouw ook zijn bijnaam ‘Tuighuis’, een term die later een heel andere lading zou krijgen.

Na de bevrijding in mei 1945, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, kreeg het Arsenaal namelijk een nieuwe en beladen bestemming. In heel Nederland werden ongeveer 130 interneringskampen ingericht voor ‘foute’ Nederlanders: mensen die tijdens de oorlog hadden samengewerkt met de bezetter. Ook in Delft werd een dergelijk kamp opgezet en wel in het Armamentarium, dat onder de bevolking bekend kwam te staan als het “Tuighuis”. Hier werden voornamelijk vrouwelijke gevangenen vastgehouden. Het Delftse interneringskamp bleef in gebruik tot 1948, toen de zuiveringsperiode vrijwel voltooid was. Daarna sloot het complex zijn deuren als gevangenis en brak een nieuwe fase aan. Het Ministerie van Oorlog nam het gebouw in gebruik en richtte er een studieverzameling in van militaire voorwerpen, waarmee het Arsenaal opnieuw terugkeerde naar zijn oorspronkelijke militaire functie, zij het in een andere vorm.

Legermusuem

Een grootschalige restauratie en verbouwing

Legermuseum

Nadat het ‘Tuighuis’ in 1948 zijn functie als interneringskamp verliest, legt het Ministerie van Oorlog in het Arsenaal een studieverzameling van militaire voorwerpen aan. Deze groeiende collectie wekt de belangstelling van het Legermuseum, dat in 1959 het beheer van het complex op zich neemt. Al snel ontstaan er ambitieuze plannen: het monumentale gebouw zal worden gerestaureerd en verbouwd, met als doel om alle militaire collecties op deze historische plek samen te brengen. De restauratie en renovatie nemen jaren in beslag. In 1989 wordt de grote droom werkelijkheid en opent het Legermuseum officieel zijn deuren in het Arsenaal in Delft.

De voormalige opslagplaats voor wapens verandert daarmee in een levendig museum waar de militaire geschiedenis tot leven komt. In 2005 krijgt het pand nog een opvallende toevoeging: een nieuw entreegebouw wordt gerealiseerd, waarmee de toegankelijkheid en uitstraling van het museum verder worden versterkt. Toch verandert de toekomst opnieuw. In de jaren die volgen worden plannen gemaakt om een nieuw Nationaal Militair Museum op te richten, op de voormalige luchtmachtbasis Soesterberg. Op 1 januari 2013 sluit het Legermuseum in Delft zijn deuren, waarmee een bijzonder hoofdstuk in de geschiedenis van het Arsenaal wordt afgesloten. Het gebouw maakt zich klaar voor een nieuwe bestemming, opnieuw met respect voor zijn rijke verleden.

Verbouwproces

Verleden en toekomst komen samen achter historische muren

Verbouwproces

Vanwege de rijke geschiedenis van het pand werd het Arsenaal aangewezen als rijksmonument en onderdeel van het beschermde stadsgezicht van Delft. Bij de verbouwing moesten historische elementen, zoals het balkonplafond, de bakstenen muren en de originele ramen en kozijnen, behouden blijven en vormden zij het uitgangspunt voor het ontwerp.De werkzaamheden startten met de aanleg van installaties zoals luchttoevoer- en afvoersystemen, elektriciteit, waterleidingen en verwarming. Daarna volgden de wandafwerking, het leggen van vloeren en het inrichten van het pand. Ondanks uitdagingen zoals langere levertijden werd de verbouwing afgerond en  opende Hotel Arsenaal zijn deuren.

Vandaag de dag verwelkomen wij jou als onze gast in Hotel Arsenaal Delft!